Dubbeltaaktraining in het dagelijkse leven
Dubbeltaaktraining vereist de uitvoering van twee taken tegelijk. Dit kunnen twee motorische taken zijn, maar het kan ook betekenen dat iemand één motorische taak uitvoert samen met een cognitieve trainingstaak. De conventionele aanpak van training richt zich niet op dubbeltaaktraining, maar op enkele taak trainingsmethoden. In het dagelijks leven is het echter niet realistisch dat iemand bijvoorbeeld alleen zijn werkgeheugen gebruikt zonder een andere taak uit te voeren. Het is noodzakelijk om zowel motorische als cognitieve functies tegelijkertijd te beheersen, terwijl externe informatie wordt waargenomen in bijna alle dagelijkse activiteiten, inclusief sport. Laten we een nieuw voorbeeld geven. Denk aan de tijd dat je naar je werk reed. Om te rijden, moest je specifieke spieren in een specifieke volgorde activeren. Terwijl je reed, dacht je waarschijnlijk aan de lijst met taken die je die dag op je werk moest afronden. Om veilig te rijden, moest je ook het verkeer om je heen observeren. Dit is slechts een vereenvoudigd voorbeeld van een dagelijkse activiteit die is opgedeeld in veel verschillende taken, waarbij zowel cognitieve als motorische functies worden gebruikt.
Theorieën die dubbeltaak prestaties verklaren
Het is gebleken dat sommige mensen beter zijn in het uitvoeren van dubbeltaken dan anderen. Als we inzoomen op zogenaamde motorisch-cognitieve dubbeltaken, wordt in de literatuur gesteld dat oudere mensen bijvoorbeeld meer moeite hebben met het uitvoeren van een dubbeltaak dan jongere mensen. Er wordt verondersteld dat de volgende theorieën de variatie in dubbeltaak prestaties verklaren. De eerste theorie is de centrale flessenhals theorie. Deze theorie stelt dat er een knelpunt is in de informatieverwerking, waarbij slechts één taak tegelijkertijd kan worden uitgevoerd, wat leidt tot een langere reactietijd bij het uitvoeren van dubbeltaken. Een tweede theorie is dat variatie in dubbeltaak prestaties te wijten is aan het vierdimensionale model van meerdere bronnen. Dit model stelt dat de interferentie tussen twee taken groter zal zijn wanneer de volgende factoren aanwezig zijn: “delen van stadia, delen van kanalen voor visuele informatieverwerking, delen van sensorische modaliteiten en de verwerking van codes”. De derde en laatste theorie, de attentional resource theory , suggereert dat variatie in motorisch-cognitieve dubbeltaak prestaties te wijten kan zijn aan concurrerende eisen voor aandacht hulpbronnen. Dit betekent dat iemand zijn aandacht moet verdelen over meerdere taken; hoe meer taken, hoe minder aandacht er voor elke taak beschikbaar is. Als voorbeeld is aangetoond dat een relatief eenvoudige motorische taak, zoals lopen, een hogere vraag stelt aan de aandacht hulpbronnen van oudere mensen in vergelijking met jongere mensen. Het doel van training op een dubbeltaak manier is om de cognitieve hulpbronnen vrij te maken die eerder werden gebruikt om motorische of cognitieve prestaties te monitoren.
Wollesen et al. onderzochten of ouderen baat konden hebben bij dubbeltaaktraining in vergelijking met enkele taak training, met de focus op evenwichtscontrole tijdens staan of lopen in combinatie met een secundaire cognitieve taak. Ze verdeelden vier verschillende interventiegroepen, allemaal gericht op de prestaties tijdens staan of lopen: A) Algemene enkele taak training (GST), een interventie waarbij de enkele taken varieerden voor, tijdens en na de interventie. B) Specifieke enkele taak training (SST), een interventie waarbij de enkele trainingstaken hetzelfde waren als de geteste taken. C) Algemene dubbeltaaktraining (GDT), een interventie waarbij training een verscheidenheid aan dubbeltaken omvatte. D) Specifieke dubbeltaaktraining (SDT), een interventie waarbij de dubbeltrainingstaken hetzelfde waren als de geteste taken. Ze vonden veelbelovende resultaten, waaruit bleek dat de meeste voordelen voor dubbeltaak omstandigheden tijdens staan en lopen werden bereikt door dubbeltaaktraining. De taakcomplexiteit en andere factoren werden echter niet voldoende onderzocht. Zo wees een van de studies die in dit artikel werd opgenomen erop dat niet alleen het type training, maar ook de trainingsbelasting een belangrijke factor is bij het verhogen van zowel fysieke als cognitieve prestaties bij dubbeltaaktraining. Deze specifieke studie vond dat training met toenemende eisen hogere trainingseffecten opleverde dan training met slechts één niveau cognitieve belasting of motorische eisen. Deze factoren werden niet in alle studies in het artikel van Wollesen meegenomen.
Toename van stress en belasting
Het verhogen van de cognitieve trainingsbelasting wordt vaak in verband gebracht met een toename van stress voor de uitvoerder. Het lichaam ziet deze cognitieve overbelasting als een potentiële bedreiging. Daarom zorgt het lichaam ervoor dat het al zijn cognitieve vermogens zo efficiënt mogelijk gebruikt. Dit betekent dat de uitvoerder functioneel denkt en de aandacht gericht is. Jaeggi et al. voerden een studie uit waarin hersenbeeldvorming werd gebruikt om individuele verschillen in cognitieve prestaties tijdens cognitieve overbelasting te evalueren. Ze toonden aan dat het activatiepatroon in de hersenen belastingafhankelijk was. Er werden ook individuele verschillen gevonden. Ze ontdekten dat de hoog presterende groep lagere activaties vertoonde dan de laag presterende groep. Dit verschil was vooral uitgesproken wanneer de belasting toenam. Ze stellen dat dit erop zou kunnen wijzen dat “sommige gebieden in de hersenen koel blijven om tot uitstekende prestaties te leiden”.

Met onze software is het mogelijk om zowel op een enkele taak als een dubbeltaak manier te trainen. Bovendien hebben we rekening gehouden met het feit dat er verschillende niveaus van elke cognitieve taak beschikbaar zijn, wat betekent dat de trainingsbelasting kan worden aangepast aan de uitvoerder. Benieuwd naar wat wij voor jou kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op via de START NU knop rechtsboven in beeld!
Referenties
- Bherer, L., Kramer, A.F., Peterson, M.S., Colcombe, S., Erickson, K., Becic, E. (2008). Transfer Effects in Task-Set Cost and Dual-Task Cost After Dual-Task Training in Older and Younger Adults: Further Evidence for Cognitive Plasticity in Attentional Control in Late Adulthood. Experimental Aging Research. 23: 188-219. (3) Wollesen, Bettina. Voelcker-Rehage, C. (2013). Training effects
- He, Y., Yang, L., Zhou, J., Yao, L., Pang, M.Y.C. (2018). Dual-task training effects on motor and cognitive functional abilities in individuals with stroke: a systematic review. Clinical rehabilitation. Volume 32(7): 865-877.
- Jaeggi, S.M., Buschkuehl, M. Etienne, A., Ozdora, C., Perrig, W.J., Nirkko, A.C. (2007). On how high performers keep cool brains in situations of cognitive overload. Cognitive, Affective, & Behavioral Neuroscience. 7(2): 75-89.
- Wollesen, Bettina. Voelcker-Rehage, C. (2013). Training effects on motor-cognitive dual-task performance in older adults. European Review of Aging and Physical Activity. 11: 5-24.